Terwijl wij midden zomer door het prachtige Polen en Slowakije reisden werden de geluiden steeds duidelijker, de Tour de France zou toch wel eens door kunnen gaan dit jaar. Alleen niet in juli, maar in september. Zouden we dan toch een stukje van ons oorspronkelijke plan kunnen doen? Als echte wielerfans gingen onze harten sneller kloppen. We besloten in ieder geval richting het westen te rijden, zodat we op tijd bij de start in Nice zouden kunnen zijn.
In korte tijd doorkruisten we Oostenrijk en Italië. We genoten ondertussen van het ware hooggebergte (de Alpen!) en Marco fietste zelfs de beroemde Passo dello Stelvio (2758 meter hoog) op om alvast in de koers stemming te kom
Wielerkoorts
Een paar dagen voor de start van de Tour de France kwamen we aan in Nice. De wegen rond Nice zijn smal en met veel bochten, maar we wisten een plekje te bemachtigen aan het parcours op een colletje in de enige bocht waar dat kon. Pas daar kwamen we erachter dat we dubbel geluk hadden, want naast de mannenwedstrijd werd ook La Course (de vrouwenkoers) gereden.
Met de dagen begon de wielerkoorts te stijgen. Er kwamen meer campers bij, de vlaggen gingen uit, onze buurman bouwde een enorme stellage met foto’s van Franse coureurs, de gesprekken werden ‘more excited’, de reclamekaravaan kwam swingend voorbij, en daar was de helikopter voor de live uitzending al te horen. De koers was aan!
Waarom zou je de Tour volgen met een camper?
Al met al hebben we op 7 plekken gestaan aan of in de buurt van het parcours. Van de Côte d’Azur reden we naar de Alpen, via de Cévennes naar de Pyreneeën en weer terug naar de Alpen. Best veel rijden, maar oh zo leuk. Waarom vinden wij het nu zo leuk? Natuurlijk voor de koers als wielerfans, maar misschien nog wel meer om de volgende redenen. Een daar hoef je geen wielrenfanaat voor te zijn!
Je mag op veel plekken langs het parcours staan
Het is de ideale manier om makkelijk wild te kamperen. Het mag en je hoeft je niet druk te maken over weggestuurd worden. Als het niet mag, staat het al dagen van tevoren aangegeven. Voor een goede plek kom je 1 of 2 dagen voor de etappe aan en op bekende bergpassen zelfs 3 dagen eerder. Dan heb je de plekken voor het uitkiezen! En een paar dagen eerder zijn heeft wat ons betreft een groot voordeel dat je de omgeving kunt verkennen. Wij doen dat graag op onze eigen racefiets of wandelend.
Langs het parcours in de L’Ain en de Haute Alpes
De Tour brengt je op de meest prachtige plekken in Frankrijk
Natuurlijk is de Tour ook promotie van Frankrijk en daarom gaat het parcours meestal door de mooiste (natuur)gebieden en langs iconische plekken met een verhaal. Meerdere malen zijn wij verrast door gebieden die wij niet 1-2-3 op ons lijstje hadden staan, maar die zo de moeite waard zijn. Dit jaar was dat het berggebied vlak boven Nice (de Provence-Alpes- Côte d’Azur) en de Cévennes (bergketen in het Zuiden van het Centraal Massief).
De sfeer, het is een feestje!
Wanneer de Tour door een Frans dorp gaat, is het feest! In Coronatijd een tandje minder, maar nog steeds was het speciaal. Alles is versierd, mensen zijn blij, de plaatselijke kroeg schenkt bier bij het speciale menu (frites avec saucisse) en iedereen maakt een praatje. Wij ervaren juist dat de Fransen helemaal niet stug zijn (zoals vaak gezegd), maar uiterst gastvrij en vriendelijk. Het helpt zeker als je een woordje Frans probeert te spreken. Ook dit jaar werden we verwend door een Franse dame bij wie we op het land stonden met bier en zelfgebakken tarte aux myrtilles (bosbessentaart).
Corona maakte de Tour een tikje anders. Iets minder uitbundig, we mochten niet overal staan en mondkapjes waren verplicht. Maar nog steeds was het een feest en voor ons een lichtpuntje dat dit ‘circus’ toch is doorgegaan het afgelopen jaar.